Nieuwe zoekgebieden op komst voor windturbines in Bunnik

ODIJK De zoektocht naar geschikte plekken voor windturbines in de provincie Utrecht verloopt slecht. De provincie luidt de noodklok en roept haar gemeentes op om voor 1 december nieuwe locaties aan te geven. In een nieuw onderzoek naar mogelijke zoekgebieden wordt nu ook het landelijk gebied ten westen van Odijk en ten zuiden van Werkhoven als kansrijk aangewezen.

door Frits Beijnink

In de provincie zijn afspraken gemaakt hoeveel duurzame energie er in 2030 opgewekt moet worden. Met de huidige plannen gaat dat doel maar voor de helft gehaald worden. De plannen voor zonne-energie lopen redelijk goed, maar die voor windenergie beslist niet. De U16 – een samenwerkingsverband van zestien Utrechtse gemeentes waar Bunnik deel van uitmaakt en dat de ‘regionale energiestrategie’ moet vaststellen – wees eerder in en rond de gemeente Bunnik twee zoekgebieden voor windturbines aan, ten noorden van de A12 bij Odijk en ten zuiden van Fort Vechten. De gemeente Zeist heeft begin dit jaar het gebied bij de A12 voorlopig afgewezen als mogelijke locatie. En de gemeente Bunnik wees een jaar geleden de locatie bij Fort Vechten af.

NIEUW ONDERZOEK De U16 heeft adviesbureau Bosch & van Rijn opdracht gegeven om na te gaan waar ‘mogelijk kansen voor windenergie te verwachten zijn’, naast de reeds ingebrachte locaties. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de intussen gangbare turbines met een ashoogte van 166 meter en een rotordiameter van 150 meter (tiphoogte 241 meter). Het onderzoek sluit veel plekken uit als mogelijk zoekgebied, o.a. op basis van de nabijheid van bebouwing. Voor losstaande woningen geldt daarbij een afstand van minimaal 300 meter, voor de bebouwde kom een afstand van 400 meter. Ook moet er voldoende afstand worden gehouden tot bepaalde natuurgebieden en tot het UNESCO werelderfgoed De Nieuwe Hollandse Waterline. Dat laatste betekent dat het eerdere zoekgebied bij Fort Vechten nu ook in dit onderzoek afvalt.

MOGELIJKE ZOEKGEBIEDEN Het onderzoek toont twee kleinere zoekgebieden: een nieuw gebied tussen Bunnik en Zeist ten westen van de Sportlaan en het, door Zeist afgewezen, gebied tussen de A12 en het spoor, ten noorden van Odijk. Daarnaast zijn er twee nieuwe grotere zoekgebieden aangegeven: in het landelijke gebied tussen Houten en Odijk en tussen Werkhoven en Wijk bij Duurstede.

NIEUWE NORMEN De Hoge Raad heeft vorig jaar bepaald dat het Rijk nieuwe normen voor windparken moet vaststellen, o.a. voor hinder door geluid, slagschaduw en lichtschittering. Die normen worden pas medio 2023 verwacht. Tot die tijd mogen provincies of gemeentes zelf normen vaststellen. De afstandsnorm tot woningen die in het onderzoek naar mogelijke nieuwe zoekgebieden gebruikt wordt, zal ongetwijfeld tot veel discussie leiden binnen de Utrechtse gemeenteraden – volgens meerdere deskundigen is die norm veel te laag.

STANDPUNTEN PARTIJEN Het debat over windturbines leidde vorig najaar tot een crisis in de Bunnikse coalitie van P21 en De Liberalen en tot het vertrek van wethouder Heijmerijnk (P21), na een motie van afkeuring. Binnen de huidige meerderheidscoalitie is P21 een verklaard voorstander van windenergie en staat ook D66 daar positief tegenover. Binnen de oppositie is de VVD mordicus tegen de komst van windturbines in de gemeente en maakte dat tot een van hun belangrijkste verkiezingsthema’s dit voorjaar. Het CDA wil alleen nadenken over kleinere windturbines, maar die leveren aanzienlijk minder energie: wanneer de ashoogte en rotordiameter van een turbine gehalveerd worden zijn er zés turbines nodig voor dezelfde opbrengst.

SNEL BESLISSEN Het onderwerp staat niet op de agenda van de raad van 22 september, maar dat zal in november zeker het geval moeten zijn: de provincie verwacht dat Bunnik vóór december nieuwe zoekgebieden aanwijst. En de provincie sluit niet uit dat ze haar bevoegdheid zal gebruiken om gebieden aan te wijzen als gemeentes onvoldoende meewerken.