Leny Visser uit de CDA fractie

De CDA-fractie en het CDA-bestuur hebben de samenwerking met raadslid Leny Visser verbroken. Het CDA licht vanmorgen in een brief aan raad en college de redenen hiervoor niet toe. Fractievoorzitter Maarten van Vulpen spreekt slechts van een ‘verschil van inzicht’ en ‘dat de samenwerking niet gegaan is, zoals we gehoopt hebben’. Visser gaat verder als zelfstandig raadslid.

door Frits Beijnink

Visser stelt vanmorgen in een brief aan de voorzitter van de gemeenteraad dat de samenwerking in de nieuwe samenstelling na de verkiezingen ‘stroef’ verliep: „Het gesprek hierover stond in de planning, maar de fractie heeft dit niet af willen wachten. Tot mijn verrassing was mijn voornemen om in te spreken bij de vergadering van Provinciale Staten afgelopen week aanleiding om de samenwerking met mij per direct op te zeggen. De fractie heeft de inhoud van de spreekwoordelijke emmer, die blijkbaar overliep, niet met mij willen delen. Dat stelt me uitermate teleur. Ik ben met een groot aantal voorkeursstemmen in de raad gekozen. Ik voel een stevig persoonlijk mandaat om mijn werk voor Bunnik voort te zetten. Ik blijf lid van de raad en zal zelfstandig mijn werk voortzetten.”

RUIM 12 JAAR RAADSLID Visser is na drie eerdere raadsperiodes het langstzittende raadslid in de Bunnikse gemeenteraad. Zij vervult daarom de rol van ‘nestor’, waarin zij onder meer de voorzitter van de raad (de burgemeester) bij afwezigheid vervangt. Zij wordt door alle partijen geroemd om haar dossierkennis en wordt gezien als een verbindende factor in de raad. Lange tijd was zij fractievoorzitter van het CDA en gezichtsbepalend voor het optreden van die partij. Bij de laatste raadsverkiezingen stond zij echter op een onverkiesbare zevende plaats. Zelf gaf zij aan ruimte te willen maken voor vers bloed in de raad. Door een groot aantal voorkeursstemmen eindigde ze in de verkiezingen alsnog op de tweede plaats, direct achter de huidige fractievoorzitter van Vulpen.

OVERLEG MET PROVINCIE Visser verwijst in haar brief naar een vergadering van de ‘Commissie Ruimte, Groen, Water en Wonen’ van de provincie Utrecht op 31 augustus. Zij was daar als inspreker en vroeg de commissie om duidelijkheid te verschaffen over het beleid ten aanzien van het percentage sociale huur en middenhuur. De provincie is namelijk van plan om dit percentage op te krikken van 50 procent naar 66 procent, voor nieuwbouw vanaf 2025. Dit kan gevolgen hebben voor de nieuwbouwplannen voor Odijk-West. Tevens vroeg zij naar de status van de door Bunnik gewenste omlegging van de N229. De bouw van Odijk-West is door Bunnik altijd gekoppeld aan een verlegging van die N229 (ten zuiden van Odijk-West naar de Limesbaan/A12) maar de provincie geeft hier tot op heden niet thuis.