Bijlo’s BunniksBlik: Hoenderik

Kritisch P21-lid Arnoud Baart de la Faille weet het 100% zeker, die vermaledijde Hoenderik, (44 woningen langs de Kromme Rijn) gaat er komen. Ja, dat moet, dat zal. Het zit namelijk zo. De Hoenderik is een project van ex-wethouder René Walburgh Schmidt van P21. En P21 zit nu nog steeds in het College. Nou heeft P21 ook nog 5 Raadsleden, maar die dansen uiteraard naar het pijpen van de ex-wethouder.

Baart de la Faille heeft geen erg hoge pet op van de mede door hemzelf gekozen Raadsleden, om ze zo als knipmessen weg te zetten. Hij doet dat omdat P21 zich nooit keihard tegen de Hoenderik heeft uitgesproken, en wie niet tegen is, is voor, zo werkt meningsvorming tegenwoordig. P21, vindt Baart de la Faille, schoffeert daarmee zijn leden, omdat alle leden vinden dat het Kromme Rijnlandschap moet blijven zoals het is. Dat staaft hij aan de hand van het enorme aantal handtekeningen, inmiddels meer dan 1800, die actiegroep Houd Bunnik Groen, waar hij deel van uitmaakt, heeft opgehaald. Er is dus voor P21 maar één mening mogelijk, P21 moet tegen zijn, maar omdat P21 dat niet uitspreekt is P21 voor, natuurlijk, vanwege die ex-wethouder.

Het is blijkbaar nooit bij Baart de la Faille opgekomen dat er binnen P21 wel eens meer meningen zouden kunnen bestaan. en dat wij onze gemeentelijke democratie hebben om op zorgvuldige wijze projecten die worden ingediend van alle kanten te bekijken en er dan een oordeel over uit te spreken.

Met deze ingezonden brief maakt hij de P21-Raadsleden verdacht door ze af te schilderen als paladijnen van het grootkapitaal, omdat hij niet zeker weet of ze wel zullen handelen zoals hij wil dat ze handelen. Dat draagt niet bij aan de democratie, dit proberen af te dwingen van een standpunt.

En ik schrijf dit niet omdat ik in het bestuur van P21 zit, want dat zit ik, en ook niet omdat ik dans naar het pijpen van de ex-wethouder, ik schrijf dit omdat ik grote waarde hecht aan de vrijheid, die absoluut noodzakelijk is voor volksvertegenwoordigers, om hun werk goed uit te voeren.

Vincent Bijlo