Afbeelding
Wouter de Kleyn
column

Kleyne Lettertjes: Klimatig

12 oktober 2021 om 08:15 Column

 Er was eens een klein dorpje in het midden van een land dat voor een groot deel onder het zeeniveau lag. Dat dorpje heette Bunnik. Het was er vaak zonnig en het kon er ook flink waaien, maar bovenal was het er mooi en groen. In Bunnik woonden allemaal aardige, nette mensen gezellig bij elkaar. Elke dag kwamen ze even uit hun huis om een boodschapje te doen of de hond uit te laten. Dan maakten ze gezellig een praatje over de waarde van hun huizen of over het weer. Je kan wel zeggen dat het ze aardig voor de wind ging. Niks aan de hand in dat vreedzame Bunnik zou je denken.

Toch was er reden voor zorg, want het leek wel of het elk jaar een beetje warmer werd in Bunnik. En dat is jaar op jaar misschien niet zo erg, maar op de lange duur wel. Wat bleek; het klimaat was stuk. Stukgemaakt door mensen. En niet alleen in Bunnik. Overal. Ook de dorpjes eromheen hadden het warm. Er moest snel wat gebeuren, maar wat?

Nu moet je weten dat Bunnik niet één, maar twee burgemeesters had. En de jongste van de twee was haast nog een kind. Het was een pienter ventje dat goed naar zijn leeftijdsgenoten luisterde en hij dacht en praatte graag mee over de toekomst van het dorpje. Hij had zijn Blik op Bunnik: ‘In 2040 ben ik 28 jaar, als we niks doen hebben de kinderen van nu straks een probleem.’ En hij had helemaal gelijk. Toen staken slimme mensen de koppen bij elkaar en ze besloten dat Bunnik klimaatneutraal moest zijn in 2040.

Klimaatneutraal. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Er werd van alles bedacht om het klimaat te fiksen; er moest een klimaatburgemeester komen en windmolens en zon-op-dak en warmtepompen en zonnevelden en noem maar op. Maar dat vonden de eensgezinde inwoners van Bunnik ineens best veel. Er waren mensen die windmolens lelijk vonden en misschien ook wel dichtbij en lawaaiig. Er waren mensen die geen zon-op-dak wilden en weer anderen vonden warmtepompen te duur. Het werd nog erger toen de slimme mensen gingen bepalen waar die windmolens moesten komen. Ze gingen overleggen, maar ze kwamen er niet uit. ‘Als zoveel mensen windmolens lelijk vinden, dan willen wij ook geen windmolens’, zeiden ze. ‘Dan hoef je ook geen plek meer te zoeken.’ Die slimme mensen keken maar met een half oog naar 2040, maar met een heel oog naar 2022 omdat er toen opnieuw slimme mensen werden gekozen. ‘Iet wiet waait is eerlijk weg’, vonden ze. Dat vonden de andere slimme mensen niet zo leuk: ‘jullie waaien met alle winden mee!’ En op een gegeven moment waren alle slimme mensen zo druk met ruzie maken dat ze helemaal niet doorhadden dat de slimme mensen uit het dorpje naast Bunnik wel een mooie plek voor hun windmolens aan het zoeken waren, inderdaad; pal naast Bunnik. Oeps! En weet je wat er toen gebeurde? Met die windmolens bliezen zij alle klimaatneutrale ambities uit de slimme mensen van Bunnik. En het ging er nog heet aan toe tot 2040!

Wouter de Kleyn

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie