Jongerenwerk Odijk en Bunnik: met extra geld kunnen we problemen bij jongeren voorkomen

ODIJK Jongerenwerk de Schoudermantel in Odijk is blij met het voornemen van het college om structureel 35.000 euro bij te dragen. D66 en P21 deden begin november dit voorstel. Volgens coördinator Andreas Geursen kunnen zij hierdoor veel meer jongeren bereiken en ook persoonlijk begeleiden.

door Agnes Corbeij

De afgelopen jaren werd bezuinigd op het jongerenwerk. Geursen: ,,We zijn sinds 2000 in formatie uren achteruit gegaan van rond de 1,8 fte naar 1,35 fte, terwijl de bevolking en het aantal jongeren in de gemeente toenam.” De tijdelijke verhoging van afgelopen jaar was dan ook broodnodig. ,,We konden ons werk niet altijd goed doen.”

EXTRA PERSONEEL Het college maakte op 24 november bekend dat ze 1,1 miljoen extra wil investeren. Een deel daarvan komt ten goede aan extra personeel op het gemeentehuis en de inzet van jongerenwerkers. De gemeenteraad zal hier op 8 december over spreken en twee week later een beslissing nemen.

Geursen hoopt van harte dat de raad akkoord gaat. ,,Het afgelopen jaar is onze formatie al tijdelijk opgehoogd naar 1,8 fte en hebben we onze nieuwe jongerenwerker Jeroen Koot aan kunnen nemen. Ook huren we oud collega Monique Wielink een paar uur per week in als jongerencoach. Door hun enthousiaste inzet zien we dit jaar al gelijk resultaat.” 

BEGELEIDING Dat resultaat zit hem bijvoorbeeld in de individuele begeleiding van jongeren. ,,Eerder begeleidden we gemiddeld 5 tot 10 jongeren per jaar individueel, dit jaar waren dat er 30. Ook komen steeds meer jongeren naar onze activiteiten, zeker onder de groep kinderen boven de 13.” Ook voor themalessen op scholen is meer aandacht. ,,We hebben kunnen investeren in contacten met de scholen en preventielessen gegeven. Bijvoorbeeld over gebruik van social media en vuurwerk.”  

Deze resultaten zijn meetbaar op de korte termijn, maar Geursen hoopt natuurlijk op lange termijn resultaten. ,,Bijvoorbeeld minder lange wachtlijsten in de jeugdzorg of dat jongeren uiteindelijk minder zorg nodig hebben door onze preventieve inzet. Uiteraard is dit op korte termijn lastig te meten, vandaar dat we heel blij zijn met deze structurele subsidie uitbreiding.”