rechten van mensen met beperking

Met het oog op de komende raadsverkiezingen (in maart 2018) hebben lokale politieke partijen dé kans om de concrete uitvoering van het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met een beperking op de gemeentelijke agenda te zetten.

Co Engbers, de Nederlandse kwartiermaker voor de uitvoering van het Verdrag, zei dit op het eerste nationale congres Gelijk=Gelijk.

Dirk-Jan Westerwoudt en Marion Oostveen waren op 29 november jl. aanwezig namens de Bunnikse Adviesraad Sociaal Domein. Marion Oostveen is sinds het congres 'VN Ambassadeur' voor Bunnik, met als missie om ook hier het internationale verdrag met en voor inwoners van Bunnik om te zetten in concrete stappen om allerlei letterlijke en figuurlijke drempels voor mensen met een beperking te slechten.

Goede voorbeeld

Gemeenten moeten zelf het goede voorbeeld geven, maar worden bovendien aangespoord er werk van te maken dat ook woonhuizen, wegen, kantoren, winkels, wijkcentra, cafés en restaurants goed toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Het gaat ook om meer arbeidsparticipatie voor mensen met een beperking.

In het jongste regeerakkoord staat dat Nederland discriminatie op grond van beperking gaat verbieden en zelfs in de Grondwet gaat opnemen. Maar 'keiharde' verplichtingen bij de aanpak van allerlei hindernissen 'passen niet zo in ons systeem', aldus de Haagse kwartiermaker. We moeten het meer hebben van belonen en promoten van goede voorbeelden.

Niets over ons, zonder ons

De Verenigde Naties hebben het VN-verdrag betreffende de rechten van personen met een beperking in 2006 aangenomen. In het VN-verdrag zijn deze rechten op verschillende levensterreinen vastgelegd. Uitgangspunt van het VN-verdrag is dat mensen met een beperking volwaardig kunnen meedoen in de samenleving.

Mensen met een beperking: hiermee worden niet alleen mensen bedoeld die een motorische beperking hebben, maar ook mensen met een verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking.

Nederland heeft het verdrag inmiddels geratificeerd. Landen die het VN verdrag ratificeren zijn verplicht om te werken aan een zogenoemde 'inclusieve' samenleving.

Niet alleen de landelijke en lokale overheid moeten nu werken aan een inclusieve samenleving. Ook de adviesraden Sociaal Domein, lokale belangenorganisaties en mensen met een beperking zelf moeten aan de slag.