A12 bij Bunnik
A12 bij Bunnik Frits Beijnink

College Bunnik ontkent overschrijding geluidsnormen A12

26 maart 2022 om 09:00 Politiek

ODIJK Bunniks Nieuws berichtte eerder dat metingen door het RIVM laten zien dat het geluidsniveau langs snelwegen in 2019 landelijk bijna twee keer zo hoog was dan de berekeningen van Rijkswaterstaat aangeven. Jeroen Sterk (P21) stelde hier vragen over aan het college. Met de antwoorden - kort samengevat: niets aan de hand - stuurt het college de raad met een kluitje in het riet.  

door Frits Beijnink

Rijkswaterstaat berekent langs alle snelwegen om de 100 meter of de hoeveelheid geluid niet hoger is dan het maximum dat ter plekke is toegestaan, het zogenoemde ‘geluidsproductieplafond’. Die jaarlijkse berekening gebeurt met een model waarin op elk punt de verkeersontwikkeling en andere veranderingen, zoals veroudering van het asfalt of stillere banden, worden doorgerekend. Het RIVM controleert met landelijke steekproeven of de werkelijk gemeten hoeveelheid geluid overeenkomt met de hoeveelheid die Rijkswaterstaat in zijn model berekent. Die metingen vallen al enkele jaren hoger uit dan de berekeningen. In 2019 was dat gemiddeld bijna drie decibel, wat overeenkomt met een bijna twee keer zo hoog geluidsniveau.

BEREKENING IS GOED, MAAR DE UITKOMST FOUT Jeroen Sterk (P21) vroeg begin februari of dit nieuws reden is voor het college om in gesprek te gaan met Rijkswaterstaat of provincie over geluidsbeperkende maatregelen, zoals een lagere snelheid of hogere geluidsschermen. Het college antwoordde in maart: „De metingen van RIVM tonen niet aan dat de berekeningen volgens de nu geldende wet- en regelgeving van Rijkswaterstaat onjuist zijn.” Dat antwoord  - formeel  correct - is verbazingwekkend. Het gaat namelijk geheel voorbij aan het feit dat de metingen van het RIVM juist aantonen dat de uitkomsten van de berekeningen niet overeenstemmen met de werkelijke geluidsniveaus, zoals het college zelf ook onderkent. 

KLOPT HET MODEL DAN WEL? Het was voor Sterk reden om voor de raad van 10 maart opnieuw vragen in te dienen: „Het college stelt dat de berekeningen juist zijn, maar de vraag was of het college van mening is dat vanwege de vastgestelde discrepantie tussen berekeningen en metingen het model nog wel klopt? Wordt er niet teveel uitgegaan van veronderstellingen die onjuist zijn, zoals staat van het wegdek, intensiteit van verkeer, banden etc.?” Rijkswaterstaat geeft zelf al enkele jaren aan dat het rekenmodel te gunstig uitvalt doordat de verwachte bijdrage van stillere banden tegenvalt. 

COLLEGE: NIETS AAN DE HAND Op de vraag van Sterk of er normen worden overschreden, was het korte antwoord: „Nee, want uit het nalevingsverslag blijkt dat er geen overschrijding is van de geluidsproductieplafonds langs de A12.” Maar dit ‘nalevingsverslag’ van Rijkswaterstaat vermeldt alleen de berekende waarden, die volgens het RIVM dus al enkele jaren te laag zijn. Verder stelt het college: „Bij de A12 langs de gemeente Bunnik is geen meetpunt aanwezig van het RIVM, waardoor het niet bekend is wat het verschil tussen de metingen en de berekeningen in de gemeente Bunnik zou zijn.” Er is echter geen reden om aan te nemen dat de situatie in Bunnik (sterk) afwijkt van de gemiddelde landelijke situatie, waar het gemeten geluidsniveau bijna twee keer zo hoog is dan berekend. 

NORMEN NAAR BOVEN BIJSTELLEN? Voorlopig wil het college niet in beweging komen, met het volgende argument: „In de komende Omgevingswet wordt een nieuwe rekenmethode voorgeschreven voor het vaststellen van de geluidsproductieplafonds. Om deze redenen lijkt het op dit moment niet zinvol om het gesprek met Rijkswaterstaat aan te gaan. Na de vaststelling van de geluidsproductieplafonds op basis van deze nieuwe rekenmethode beziet het college of een gesprek met Rijkswaterstaat op dat moment zinvol is.” Dit leidde tot een nieuwe vraag van Sterk: „Als metingen (inmiddels) structureel hoger uitkomen dan berekeningen dan los je dat toch niet op door de grenswaarden te verhogen? Temeer niet nu er een stijgende lijn in zit en burgers die ook als zodanig ervaren. Dienen er dan niet maatregelen te worden getroffen?” Het is nu wachten op nieuwe antwoorden van het college. 

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie