Parkeernormen omlaag of juist omhoog?

12 juli 2017 om 00:00 Lokaal nieuws

Ik las in het verslag over het open Huis over Rhijnhaege een uitspraak van Martien Das dat de parkeernormen verlaagd kunnen worden omdat het autobezit afneemt. Tegelijkertijd lees ik dat het KIM (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid), onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vermeldt, dat het autogebruik in Nederland tot het jaar 2020 blijft toenemen. De schattingen lopen uitéén van 14 %( lage groei) tot 68 % (hoge groei). Ik begrijp dus niet waarop de uitspraak van mevrouw Das is gebaseerd.

Belangrijke trends die deze conclusie van het KIM o.a. ondersteunen zijn: vergrijzing, individualisering en intensivering. Op basis van deze trends is onder andere ook geconcludeerd dat er in 2020 meer huishoudens zullen zijn en dat er meer auto's per huishouden komen. Dus het autobezit zal alleen maar omhoog gaan. Dat geldt m.i. ook voor Bunnik. Veel ouderen - en die zijn er veel in Bunnik- koesteren hun eigen auto en jongeren die hier wonen hebben veelal, in tegenstelling tot jongeren in de grote steden, ook een eigen auto.

Verder nog het volgende: met 90 huishoudens die er bij komen zal er voor deze huishoudens een openbare parkeerplaats moeten zijn. Maar daar blijft het niet bij. De laatste tijd hebben bedrijven op het aangrenzende bedrijfsterrein (met name de BAM) een chronisch tekort aan parkeerplaatsen. Zij maken nu nog gebruik van het parkeerterrein van Rhijnhaege. Die voorziening gaat nu ook verdwijnen en dat gebeurt al bij de sloop van Rhijnhaege. Dat betekent dat er dan nog eens 70 auto's een parkeerplaatsje gaan zoeken in de omgeving van Rhijnhaege. Een trend die verder gaande is, is dat steeds meer werkenden 's morgens vroeg hun auto parkeren in de omgeving van Rhijnhaege en een fiets gestald hebben bij het busstation om hun reis per fiets te vervolgen naar de Uithof. Dit ook om te voorkomen dat ze in de Uithof kosten moeten maken voor het parkeren.

Dat gaat wel erg druk worden straks!

Ik heb er echter alle vertrouwen in dat het gemeentebestuur deze signalen oppakt en meeneemt in haar parkeerbeleid, zodat ook omwonenden (en daar reken ik ook bij de 90 nieuwe huishoudens) hun auto voor de deur/directe omgeving kunnen blijven parkeren. Een suggestie zou kunnen zijn om in dit gebied (en wellicht ook rondom het station) met parkeervergunningen te werken. Dat gebeurt ook veelal in buitenwijken van grote steden en/of aangrenzende dorpen. Daarnaast zouden er betere parkeerfaciliteiten moeten komen voor de medewerkers en bezoekers van de bedrijven op of nabij het aangrenzende bedrijventerrein.

Pieter Blonk (Van Zijldreef)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie