Column Vincent Bijlo

12 juni 2017 om 00:00 Lokaal nieuws

Laatst zat ik in het Taalcafé aan een kopje thee. Drank is er niet te krijgen, dat geldt voor al die moderne cafés. In het Ouders & Kidscafé bijvoorbeeld zou je prosecco-fristicocktails moeten kunnen bestellen, of Sneeuwwitjes van Bionade en bier van De Leckere. Niets daarvan. Eerlijke sappen en dito koffie.

In het Parkinsoncafé moeten ze eigenlijk advocaat schenken, dat klotst er niet zo gauw overheen. Het breicafé lijkt me een prima plaats voor port of sherry en bij het zingevingscafé hoort een rode Italiaanse wijn van de

Primitivo-druif. Het leven is immers vaak veel simpeler dan men denkt.

Dat ze in het Alzheimercafé niets schenken heeft een puur praktische reden. Een vriend vertelde mij laatst dat zijn moeder, die Alzheimer heeft, steeds vergeet dat ze al een glas wijn heeft gedronken. Sterker nog, ze weet

volkomen zeker dat ze nog niets op heeft. Ze eist wijn en na elk glas wordt die eis dwingender. Maar als mijn vriend zegt dat het beter is dat ze geen wijn drinkt roept ze boos: "Ben ik daarvoor 85 geworden!" Dat argument

gebruiken ouderen vaak, het werkt bijna altijd. In dit geval ook. Moeder krijgt toch weer een glas wijn dat ze snel achterover slaat en binnen 5 minuten is vergeten. De drinkgelagen eindigen er vrijwel altijd mee dat ze

in slaap valt. Als ze een paar uur later wakker wordt begint alles weer van

voor af aan.

Ik zat dus in het Taalcafé, dat op elke derde dinsdag van de maand om 7 uur 's avonds gehouden wordt in de Bunnikse bibliotheek. Het is een ontmoetingsplaats voor Nederlanders en anderstaligen die Nederlands aan het

leren zijn. Je praat er met elkaar, zonder dat je je hoeft te schamen voor je niet volmaakte Nederlands. Dat is nog niet zo makkelijk, de neiging tot schaamte is groot. We kennen die allemaal bij het spreken van vreemde talen.

Ooo, denk ik af en toe als ik iets ingewikkelds probeer uit te leggen in het Duits of Engels, ze vinden me een ongelofelijke debiel!

Dat gevoel hebben veel anderstaligen ook als ze Nederlands spreken. Dat is, uiteraard, nergens voor nodig. Het Taalcafé kan helpen om die angst te overwinnen.

We hadden het over de Bunnikse politiek. Een autochtoon vroeg zich af waarom de gemeente zo traag was met het nemen van sluiproutewerende maatregelen en waarom er nog steeds geen gemeentelijke bomenvisie was.

"Wij," zei een inmiddels uitstekend Nederlands sprekende anderstalige, "hadden sluipschutters en mensen met een bommenvisie."

Wij zwegen, schonken nog eens thee in, aten een koekje en dachten: Ja, dat zal allemaal wel, maar wij willen een geluidswal langs de A12! Maar dat zeiden we natuurlijk niet.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie