Ingezonden brief, reactie op "Tweede gezondheidscentrum in Bunnik, bouwen voor leegstand?"

Hierbij een korte reactie op de ingezonden brief van Rob de Coole met als titel: "Tweede gezondheidscentrum in Bunnik, bouwen voor leegstand?".

De brief is terecht kritisch over het gebruik van onroerend goed voor een gezondheidscentrum in Bunnik. En benadrukt ook het belang van goede eerstelijns gezondheidszorg en de inbedding daarvan.

Enkel op één punt is de mening van Rob de Coole ongenuanceerd en is hij mijn inzien niet goed geïnformeerd over de huidige problematiek en aanpak in de eerstelijn.

Dat is waar hij beweert dat de apotheker maar bij de middenstand moet gaan zitten aangezien het toch maar een verkoper is van gezondheidbevorderende artikelen.

De apotheker, en zeker die apothekers die samenwerken met andere eerstelijns voorzieningen, in de vakliteratuur "Community Pharmacist" genoemd, hebben inmiddels een cruciale rol in de zorg voor met name chronisch zieken.

Met een sterk vergrijzende bevolking in Nederland en ook de rest van Europa is het namelijk meer de regel dan uitzondering dat chronisch zieken aan meerdere chronische aandoeningen lijden (multimorbiditeit), wat uiteraard leidt tot het gebruik van veel verschillende medicatie (polyfarmacie). Omdat alles goed te coördineren is het van groot belang dat de afstemming

tussen huisarts, diëtist, apotheker en andere zorgverleners zeer goed verloopt.

Samen in een gezondheidscentrum is dan iets wat we moeten koesteren en stimuleren elders ook te realiseren. Dus laat de gemeente verder kijken dan de Loswal voor een plek waar alle voorzieningen in de eerste lijn samen kunnen komen zonder dat daarvoor nieuw gebouwd moet worden.

Laat dit mijn bijdrage zijn aan de ideeën over hoe de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg er in de toekomst in Bunnik uit zou moeten zien waarover Rob de Coole terecht opmerkt dat dit via de gemeenteraad een publiek debat moet zijn.

Diederik Aarendonk

Bunnik ­­