Janny leert de kleinsten het spel

BUNNIK Korfbal is de rode draad in het leven van Janny Rademaker (47) uit Bunnik. Ze begon ermee toen ze acht jaar oud was, ze leerde op de vereniging haar huidige man kennen en ze speelden samen in het eerste. Zolang ze lid is van Midlandia, is ze actief als vrijwilliger. Sinds 2007 geeft ze training aan de pupillen.

Agnes Corbeij

Janny begon als kind met korfballen in Den Haag, waar ze vandaan komt. Sport is altijd belangrijk geweest voor haar. "Ik deed ook aan wedstrijdzwemmen en turnen, maar sinds de middelbare school ben ik alleen blijven korfballen." Op die vereniging leerde ze ook Ruud kennen, haar huidige man. Ze trouwden, een echt korfbalhuwelijk.

Toen ze in Bunnik kwamen wonen, zo'n twintig jaar geleden, werden ze meteen lid van Midlandia. "We hebben samen in het eerste team gespeeld. Na de geboorte van ons tweede kind ben ik in het tweede team gaan spelen. Toen ons derde kind er was, ben ik in het derde gaan spelen. Dat was gewoon praktischer omdat Ruud en ik dan niet tegelijk een wedstrijd hoefden te spelen."

TRAINING Vanaf het begin was Janny actief naast het spelen. "Iedereen draait bij Midlandia mee met het ophalen van oud papier, het draaien van bardiensten en het fluiten van wedstrijden." In 2007 is Janny daarnaast ook training gaan geven aan de pupillen van 7 en 8 jaar. "Onze dochter speelde toen bij de pupillen en er waren trainers nodig. In Den Haag had ik wel eens een cursus gedaan en ook welpjes getraind."  

Sindsdien traint Janny de kinderen eens per week en gaat ze zaterdag mee als coach. Ook organiseerde ze een aantal jaren het familiekorfbaltoernooi. Daarmee stopt ze omdat ze een opleiding ging doen, de Pabo. "Door het trainen van die kinderen kwam ik erachter dat ik het werken met kinderen wel erg leuk vind. Ik organiseerde congressen voor mijn werk en dat bedrijf beviel me niet langer. Ik kom uit een onderwijsfamilie en het bloed kroop waar het niet gaan kon." Inmiddels geeft Janny les op een basisschool in Zeist.

VERLIES Het geven van training doet ze nog altijd met veel plezier. "Het gaat niet alleen om leren korfballen, maar ook om gedrag, leren omgaan met verlies en leren samenspelen. Dat is ontzettend belangrijk bij die kleine kinderen. En samenspel is in het korfbal nog belangrijker dan bij voetbal, omdat je niet mag lopen met de bal. Je moet altijd overgooien."

Het doen van vrijwilligerswerk is voor Janny heel normaal. "Mijn ouders deden het ook. Ik zat ook in de OR op school en collecteer voor de brandwondenstichting en de nierstichting. In de kerk deed ik ook de kinder- en nevendienst. Als iedereen iets doet, kom je een heel eind bij een vereniging." Ook ouders zonder korfbalervaring kunnen veel betekenen voor de club, aldus Janny. "Er is altijd iets te doen. Schoonmaken of klussen. Maar ook niet-korfballers in het bestuur kunnen een nuchtere blik op zaken werpen, dat is heel waardevol."