Rentmeester neemt afscheid met pijn in zijn hart

21 december 2015 om 00:00 Algemeen

Joop Spaans was als kind al gefascineerd door flora en fauna en deed de tuinbouwschool. In 1977 kwam Joop in dienst van de gemeente Utrecht, als tuinman van park Bloeyendaal. In de avonduren haalde hij de mavo, het atheneum en deed hij post HBO cursussen aan de tuinbouwschool in Boskoop. "Ik deed cursussen over het beheer van openbaar groen, het ontwerpen van tuinen, een bosbouwcursus en de cultuurhistorische waarde van groen."

In diezelfde periode kregen Joop en zijn vrouw drie kinderen. "Achteraf weet ik niet hoe ik het voor elkaar gekregen heb. Het was zeer intensief. Het is gelukt omdat ik het zo ontzettend interessant vond allemaal. En ik wilde bewijzen dat ik het kon." Na een paar jaar kwam Joop op kantoor terecht. "Ik maakte beheersplannen bij de gemeente. Op die manier was ik ook al regelmatig bezig met Amelisweerd en Rhijnauwen."

In juli 1993 vroeg zijn leidinggevende bij de gemeente of hij over wilde stappen naar de landgoederen Amelisweerd en Rhijnauwen. Die keuze was niet moeilijk. "Die kans greep ik met beide handen aan. Het is een bijzonder gebied, vakinhoudelijk is dit het summum. Het is de complexiteit, de mix van stijlen, die me aanspreekt. Het was een eer om hiervoor gevraagd te worden."

Joop voelt zich niet de leider van het gebied. "Je moet hier niet rondlopen met een air van 'dat doen we even'. Dan ben je hier zo weer weg. Dat verdraagt het gebied namelijk niet. Je bent er voor de landgoederen, niet andersom. Veranderingen moet je niet snel willen maken, dat moet geleidelijk gaan."

Als rentmeester was Joop al die jaren de spin in het web van vele belanghebbenden. "Je hebt te maken met recreanten. Sinds de jaren tachtig is het aantal bezoekers ontzettend gestegen. Ik moet de natuurwaarde beschermen door die recreatie goed te begeleiden."

Verder zijn er de Vrienden van Amelisweerd en de mensen van de Buurtschap waar Joop goed contact mee heeft, net als de twee veehouders op de landgoederen. Ook de wethouders van zowel Utrecht als Bunnik staan in zijn contactenlijst en de boswachter. "Al die mensen hebben verschillende belangen. Je moet als rentmeester steeds de juiste koers zien te vinden."

Joop Spaans houdt van de landgoederen. Hij is er trots op dat de biodiversiteit is gestegen, ondanks de stijgende bezoekersaantallen. "Omdat de bossen zo oud zijn, de oudsten stammen uit 1790, staan er hele hoge eiken en beuken. Daar zitten weer veel holtes en gaatjes in waar je dieren vindt die je nergens anders in de regio ziet. Maar we profiteren ook van Europese regelgeving, waardoor de waterkwaliteit is verbeterd en we veel nieuwe vissoorten zien."

De gemeente heeft Joop gevraagd of hij zich wil gaan richten op het groen stads breed. Hij werkt al langer in het Maximapark, daar komen nu andere stadsparken bij. "Ik ben bijvoorbeeld al bezig met de bossen van Slot Zuilen. Daar staan ook heel bijzondere bomen. De bossen zijn verwaarloosd, moeten opgeknapt worden. De grauwsluier moet eraf." Ondanks deze nieuwe uitdaging, valt het afscheid van de landgoederen hem zwaar.

"Amelisweerd is als een tatoeage. Het kruipt onder je huid, het gaat er nooit meer uit. Ik hoop dat er een goede opvolger komt, die ik goed kan inwerken." Joop woont sinds 2002 in Bunnik, dus kan makkelijk naar de landgoederen komen in zijn vrije tijd. Of hij dat zal doen zodra zijn taak er echt op zit weet hij nog niet. "Dat is misschien te moeilijk." (AC)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie