Korte Zuwe 2 van agrarische naar bedrijfsbestemming

21 december 2015 om 00:00 Algemeen

De betrokkenen van de Korte Zuwe 2 dienden op 14 april 2015 een officiële bouwaanvraag in. In die periode waren aanvragers vol met de gemeente in gesprek. "We zijn zeker 10 keer op het gemeentehuis geweest. We spraken ook met burgemeester Ostendorp en wethouder Zakee." Op 10 juni leverden ze de laatste stukken in. Een dag later lag het besluit op de mat dat de gemeente de aanvraag buiten behandeling zou laten. Omdat bepaalde gegevens niet tijdig aanwezig waren, werd de bouwaanvraag niet ontvankelijk verklaard.

Gerard Verkleij, die de aanvragers van de Korte Zuwe vertegenwoordigt, zei tijdens de zitting dat naar zijn indruk deze afwijzing twee andere redenen kent. De eerste reden is dat de gemeente het gevaar liep dat de vergunning 'van rechtswege' moest worden afgegeven. Als de wettelijke termijn van 12 weken wordt overschreden, dan moet de vergunning (zonder verdere inhoudelijke toetsing) worden afgegeven. Die datum naderde. De gemeente heeft de aanvraag zo plotsklaps buiten behandeling gebracht, zo meent Verkleij, om dit te voorkomen.

De tweede reden is volgens Verkleij, dat de gemeente de aanvraag al inhoudelijk aan het beoordelen was: "Kennelijk was de toegang tot de kelder in het geding. Daarover gingen de gesprekken ook. De gemeente was dus al inhoudelijk naar de stukken aan het kijken. Terwijl het er bij het toetsen van ontvankelijkheid alleen om gaat dat het dossier op tijd compleet is."

Gemeente en aanvragers spreken elkaar tijdens de zitting tegen. Volgens de gemeente ontbraken er stukken en de ambtenaar somt dit via een lijstje op. Volgens de aanvragers waren deze onderdelen aangeleverd via de 'energie prestatie coëfficiënt'(EPC).

De reden waarom Verkleij denkt dat de inrit naar de kelder een rol heeft gespeeld bij de beoordeling (terwijl de gemeente dit niet als argument aanvoert, maar het alleen over het ontbreken van stukken heeft) is de volgende: op 15 oktober 2015 diende de ondernemer opnieuw een aanvraag in, waarbij alleen de inrit is gewijzigd - en waarbij volgens Verkleij precies dezelfde stukken zijn gebruikt als bij de eerste aanvraag. Toen werd de vergunning snel afgegeven. Waarom was deze aanvraag dan wel compleet?

Deze patstelling gaf tijdens de zitting aanleiding voor de voorzitter van de commissie voor de Bezwaarschriften om de gemeente te verzoeken binnen twee weken duidelijkheid te verschaffen over de stukken van beide aanvragen - en daarbij aan te geven waar eventuele verschillen liggen.

Over een maand volgt het advies van de commissie voor de bezwaarschriften. (KJ)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie