Regionale Huisvestings-verordening pas na nieuwe Woonvisie lokaal invullen

Tot op heden is voorrang op basis van 'plaatselijke binding' alleen mogelijk in de kern Werkhoven. Dat gebeurt binnen het 'kleine kernen beleid'. Raadsleden vroegen tijdens het Open Huis aan de wethouder of dit principe ook te gelde kan worden gemaakt voor de kernen Odijk en Bunnik. Wethouder Rob Zakee (P21) wil hier, binnen de discussie over een nieuwe Woonvisie, nog eens goed naar kijken. In afwachting daarvan adviseert hij deze Huisvestingsverordening niet te wijzigen. Ook na vaststelling is deze verordening jaarlijks aan te passen, dus het kan ook nog op een later moment.

Als nadeel van een lokaal voorrangsbeleid werd tijdens het Open Huis genoemd, dat je als gemeente zo in feite de grenzen sluit. Dat geeft een beperking van de vrijheid - die ook inwoners van de gemeente Bunnik treft, omdat zij nauwelijks meer naar een andere gemeente kunnen verhuizen.

Per 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet ingegaan. Uitwerking hiervan is dat de gemeente een nieuwe huisvestingsverordening opstelt die uiterlijk op 1 juli 2015 in werking treedt. In de nieuwe verordening zijn de regels voor de toewijzing van sociale huurwoningen vastgelegd, zoals voorrangscriteria, bijzondere toewijzing en regels voor urgenties en regels voor de wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad.

Tot 1 januari van dit jaar werd de huisvestingsverordening door het BRU vastgesteld. Nu het BRU als WGR+ regio is vervallen, komt de beslissingsbevoegdheid weer terug bij de gemeenteraad. Regionale afstemming is echter wel nodig en zelfs wettelijk vereist. De verordening is opgesteld in overleg met 16 gemeenten in de regio Utrecht. Er is hierbij gekozen voor een algemeen deel met regels die in alle 16 gemeenten gelden en een lokaal deel, het gemeentelijk woonbeleid, waar elke gemeente zelf keuzes kan maken die aansluiten op de lokale situatie. (KJ)