Piet Hoefsloot liet elf kinderen achter

21 december 2015 om 00:00 Algemeen

Piet Hoefsloot had een meubelzaak in Arnhem en was een verantwoordelijk man. Hij was commandant van de burgerwacht, die in 1940 verboden werd door de Duitsers. Daarom startte hij samen met een vriend de Oranjewacht, met als doel verzet te bieden tegen de Duitsers. Paula Ruigrok-Hoefsloot: "Hij zocht contact met andere personen of groepen die verzet organiseerden uit onder meer Zwolle, Leeuwarden, Utrecht, Zeist, Alkmaar en Den Haag, met de vraag om zich aan te sluiten bij de Oranjewacht."

Na de gevechten op de Grebbeberg werden de wapens en munitie van de Oranjewacht verstopt in de meubelzaak van Hoefsloot. Alleen zijn zoon, ook Piet genaamd, was hiervan op de hoogte. Nog in datzelfde jaar, 1940, werden veel leden van de Oranjewacht opgepakt. Paula Ruigrok-Hoefsloot: "Mijn vader was daarvan op de hoogte, maar wilde niet onderduiken om zijn grote gezin niet in gevaar te brengen en was goed van vertrouwen. Wat wist men in december 1940 van de methoden van de Duitsers."

Op 12 december 1940 werd vader Piet Hoefsloot opgepakt in zijn meubelzaak. Snel daarna heeft zijn zoon de wapens bij iemand anders ondergebracht. Een paar dagen later kwamen de Duitsers op huiszoeking. Paula was 4 jaar oud en herinnert zich deze gebeurtenis nog als de dag van gisteren. "Aan de muur hingen van die Indische zwaarden. De Duitsers haalden die van de muur en trokken ze uit hun schede. Dat harde geluid herinner ik me nog goed." Ook zoon Piet werd een aantal maanden later opgepakt. Hij ging vrijuit omdat vader Piet de schuld op zich had genomen.

Piet Hoefsloot en dertig andere leden van de Oranjewacht werden veroordeeld tot doodstraf of levenslang. "Ik herinner mij dat wij in februari 1942 met de trein naar Scheveningen zijn gegaan om met het hele gezin vader te bezoeken in de gevangenis. Daar heeft de Duitse directeur van ons gezin een familie foto gemaakt. Dit is de enige foto waar wij allemaal op staan. Bij die gelegenheid heeft vader ons op het hart gedrukt dat er ook goede Duitsers zijn."

Op 9 juli 1942 werd Piet Hoefsloot gefusilleerd met acht medeleden van de Oranjewacht. Zij waren de eerste gefusilleerde gevangenen op Fort bij Rijnauwen. "Vader schreef twee uur voor zijn executie een ontroerende afscheidsbrief aan moeder, de elf kinderen, zijn ouders, boers en zussen en vrienden. Bij de avondpost kreeg moeder de afscheidsbrief en wisten wij dat het onherroepelijk was."

Het grote gezin bleef achter zonder vader, in oorlog. Het gezin woonde bij de brug in de gevechtszone tijdens de Slag om Arnhem in september 1944. "Toen alles in brand stond vluchtten wij naar de meubelzaak in de binnenstad van Arnhem, midden in het gevecht. Levensgevaarlijk! De Engelsen riepen ons binnen in hun kelder. Eén nacht waren wij bevrijd.

De situatie werd voor de Engelsen echter onhoudbaar en wij moesten verder om 6.00 uur 's mochtends. De meubelzaak stond in brand en de Duitsers wachtten ons op." De evacuatie van het gezin duurde acht maanden. Na terugkomst was het huis onbewoonbaar. "Dat heeft vader allemaal niet meegemaakt, maar het was een hele zware tijd."

Paula en het hele gezin kwamen op 9 juli 1946, precies vier jaar na de executie van vader, voor het eerst op Fort bij Rijnauwen. "Deze bijeenkomst herinner ik mij nog als de dag van gister. De Oranjewachters die de oorlog hadden overleefd, organiseerden voor de nabestaanden deze eerste herdenkingsplechtigheid. De gedenksteen met de tekst 'Opdat wij nooit vergeten' en de steen met de namen van de omgekomen mannen van 9 juli 1942 stonden er toen al.

De 2 jongsten, 7 en 9 jaar oud, aan de hand van moeder en de andere negen broers en zussen volgden. Toen wij op het grote terrein kwamen zei moeder: 'Vader moet het Te Deum gezongen hebben om te mogen sterven op zo een mooie plek.' Dit is een Lofzang voor God in de RK Kerk. Daar moet ik nog altijd aan denken als wij op 4 mei met de stille tocht het terrein op lopen." (AC)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie