Raad van State fluit provincie terug met mestquotum

21 december 2015 om 00:00 Algemeen

Het salderen van een mestquotum via een depositiebank valt onder de Natuurbeschermingswet. Het is een manier om recht op een bepaalde hoeveelheid mest te verkopen aan een andere agrariër - bijvoorbeeld als je stopt met het boerenbedrijf. Wanneer een agrariër een nieuwe stal wil bouwen of een bestaande stal gaan verbouwen, kan hiermee de stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied of op een beschermd natuurmonument toenemen. De provincie hield al deze rechten bij in de depositiebank. Recent heeft de Raad van State pittige uitspraken gedaan over vergunningverlening onder Utrechts stikstofbeleid.

De provincie geeft aan dat de uitspraak van Raad van State over de depositiebank dermate verstrekkend is, dat voor alle resterende salderingszaken helaas geen vergunning meer mogelijk is onder het inmiddels verouderde provinciale beleid. De aanvragers die het betreft, zijn hier inmiddels over bericht. De provincie gaat eerst juridisch advies inwinnen, alvorens zaken verder af te wikkelen. Verwacht wordt dat eind augustus uitsluitsel gegeven kan worden of er nog zogenaamde 'drempelwaardebesluiten' onder het oude recht mogelijk zijn.

Een woordvoerder van de provincie laat weten dat er in totaal 11 veehouderijen zijn waar beroep loopt tegen de salderingssystematiek van de depositiebank: "Daarnaast zijn er 7 andere beroepszaken in deze regio (over bestaand gebruik en afnames), maar dat zijn geen salderingsbesluiten. Van de salderingsbesluiten spelen er zes in Bunnik, drie in Houten en 2 twee in Wijk bij Duurstede."

Met het Utrechtse stikstofbeleid heeft de provincie sinds 2011 circa 1200 vergunningen mogelijk gemaakt. Ongeveer 350 daarvan zijn door middel van saldering met de provinciale depositiebank verleend. Al deze vergunningen zijn onherroepelijk, de recente Raad van Sprake uitspraken hebben daar geen betrekking op. Het Utrechtse beleid heeft daarmee voor een groot aantal bedrijven uitbreidingen mogelijk gemaakt. Daar waar de provincie voornemens was om - bovenop alle al gerealiseerde onherroepelijke vergunningen - nog zoveel mogelijk bedrijven onder het oude recht een vergunning te verlenen, zal dat vanwege de Raad van State uitspraken in veel gevallen niet meer mogelijk zijn.

Met de uitspraken van de Raad van State zijn op dit moment in totaal 6 vergunningen vernietigd. Deze uitspraken kunnen gevolgen hebben voor lopende procedures bij de Raad van State en aanvragen die vóór 1 juli 2015, onder het oude recht bij de provincie zijn ingediend. De uitspraken hebben betrekking op de wijze waarop de provincie de depositiebank heeft ingericht en toegepast en de wijze waarop de provincie activiteiten met relatief geringe effecten heeft vergund (effecten kleiner dan 0,05 mol stikstof per hectare per jaar, de zogenaamde 'drempelwaardebesluiten'). (prov/KJ)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie