Bouwplaats

Mevrouw Kolb, de eerste bewoonster van ons huis ging verhuizen. Met pijn in haar hart ruilde ze haar huis voor een aanleunwoning. Het ging niet meer, de 92 jaar eisten hun tol in de vorm van een stuk zelfstandigheid en een dierbaar onderkomen. Doorstromen noem je dat. Ze maakte plaats voor een jong gezin uit de stad dat naarstig op zoek was naar meer ruimte. En al was Bunnik niet onze eerste keuze, het was een plek met betaalbare vierkante meters – en stiekem een stuk leuker dan we vooraf dachten.

Bunnik is populair. Voor bouwproject Rhijnhaeghe meldden zich circa 1.740 gegadigden teveel en voor de tien sociale huurwoningen naast de brandweerkazerne kregen 482 jongeren nul op het rekest. De appartementen en woningen gaan naar dorpsgenoten, want 'bouwen binnen de dorpen' doen we vooral voor onze huidige inwoners, tenminste als ze het kunnen betalen, want de appartementen zijn prijzig. Bunnikse doorstromers gaan voor Bunnikse nieuwkomers. De deur zit op de knip; 'Goeiedag, u bent nieuw hier? Wees welkom, achteraan de rij is nog voldoende plek!'

Klinkt niet aardig, maar Bunnik blijft constructief. In het collegeprogramma 'Bunnik bouwen voor elkaar' staat hoe we samen bouwen aan onze gemeente. En een van de thema's waar de gemeente bestuurlijk haar prioriteit aan geeft is bouwen binnen de dorpen. En bouwplannen zijn er volop, want we moeten groeien, niet vergrijzen. Bunnik wordt van alle kanten belaagd door nieuwbouwprojecten als Hoenderik, Odijk West, Molenweg, Bunnik Zuid en de kantoren in 'de Twaalf Apostelen'.

Animo voor onze projecten is er voldoende –  veelal van de nieuwkomers, maar op sommige plekken zijn er inwoners die zich afvragen of alles wel moet wijken. Er zijn net zoveel plannen als bezwaren; het is te hoog, te ingrijpend, te groot, te dichtbij of een bedreiging voor ons groen. En dus volgen er petities, monumentstatusverzoeken, handtekeningenacties, bezwaarschriften en inspreeksessies. Heel opbouwend. De omwonenden zijn gewoon heel zorgvuldig, zeg maar.

Gelukkig biedt onze gemeente alle teleurgestelde woningzoekenden de ruimte. Ze hoeven niet te treuren. Als ze zo van Bunnik houden, zijn ze nog steeds van harte welkom; kom lekker recreëren, want we 'versterken de recreatieve kracht', laat het collegeprogramma weten. Nog even geen woongenot, maar maak gerust een prachtige wandeling langs de Kromme Rijn en geniet van zo'n heerlijke pannenkoek bij het volledig rookvrije Theehuis, een lekker onderkomen! En daar blijft het bij. De meeste nieuwkomers staan in de wacht. De vraag naar Bunnikse woningen is groot en er zijn te weinig mevrouwen Kolb. De toekomstige dorpsgenoten moeten het zich laten aanleunen, want we bouwen wel, maar we hebben het nog niet voor elkaar.

Wouter de Kleyn